top of page

Omgaan met problemen: zo kies je de beste copingstijl.


Iedereen heeft zo zijn eigen automatische reactie op moeilijke situaties of mensen die iets negatiefs bij je in beweging zetten. Psychologen noemen dat ‘copingstijlen’ of 'copingstrategieën'. Een copingstijl werkt in de ene situatie beter dan in de andere.


Welke copingstijlen zijn er, en wanneer zet je wat in.

In onderzoek wordt vaak een onderscheid gemaakt in twee copingstijlen: actief en

passief. Ook in onderzoek naar de samenhang tussen copingstijlen en burn-out is gevonden dat mensen die meerdere copingstijlen gebruiken wellicht minder risico lopen op burn-out. De conclusie is voorzichtig, want in het onderzoek draait het om samenhangen en niet om oorzaak-gevolg.

 

Onderstaande lijst geeft 24 copingstrategieën weer, verdeeld in 6 categorieën. Doorgaans worden de categorieën ‘actief aanpakken’ en ‘emotiegericht’ als adaptieve strategieën beschouwd. Copingstrategieën uit de andere categorieën kunnen op de korte termijn verlichting bieden, maar lossen op de lange termijn vaak niets op, en kunnen zelfs een probleem op zichzelf worden.

Actief aanpakken: Kijken welke stappen je moet zetten om het probleem aan te pakken, en er actief mee aan de slag gaan Anticiperen: Zich voorbereiden op wat komen gaat, al vóórdat de situatie zich voordoet.

Actief aanpakken

  1. Actief aanpakken: Je denkt logisch na over een probleem, gaat na wat de verschillende mogelijkheden zijn en welke stappen je moet ondernemen om het op te lossen en maakt een bepaalde keuze. Als het een complex vraagstuk betreft, deel je het op in stukken en pakt het éen voor een aan. Vaak is deze strategie effectief, maar faalt wanneer het probleem niet is op te lossen. Dan wordt het vechten tegen de bierkaai.

  2. Anticiperen: Zich voorbereiden op wat komen gaat, al vóórdat de situatie zich voordoet

  3. Hulp vragen: Anderen (in gepaste mate) om hulp vragen, expertise van anderen gebruiken indien dat nodig is, advies aannemen van anderen.

Emotiegericht

  1. Expressie van emoties: Omgaan met- en uiten van emoties d.m.v. humor, meditatie, kunst, muziek etc. Deze copingstijl voelt vaak voor jezelf opluchtend, maar niet voor je omgeving. Je toont je boos, uit je frustratie en spanning. Soms gedraag je je asociaal en agressief. Soms helpt dit, omdat je je spanning kwijt bent. Op de werkvloer echter roept deze copingstijl vaak veel spanning op bij anderen.

  2. Acceptatie: Acceptatie van de situatie, en acceptatie van de (negatieve) emoties die daar soms bij horen.

  3. Sociale steun zoeken: Over emoties praten, hart luchten. Deze stijl houdt in dat je steun en troost zoekt bij anderen. Je vraagt hulp om het probleem samen op te lossen. In het algemeen werkt deze stijl goed.

Vermijden

  1. Afleiding zoeken: Activiteiten ondernemen die niets met het probleem te maken hebben, maar tijdelijk afleiding bieden. Zoals hobby’s, werk, huishoudelijke taken etc. bv: men moet leren voor een tentamen, maar gaat in plaats daarvan het huis poetsen. Je doet alsof het probleem er niet is, je duikt ervoor weg. Soms niet erg, maar niet altijd effectief.

  2. Ontkenning: Tegenover zichzelf en anderen ontkennen wat er aan de hand is. Houdt zichzelf voor de gek of kan nog niet bevatten wat er echt aan de hand is.

  3. Struisvogelpolitiek: “wat je niet ziet bestaat niet” bv binnengekomen rekeningen niet betalen maar wegstoppen onder de bank. Zaken niet regelen, uitstellen, op z’n beloop laten.

  4. Sociaal terugtrekken: Gaat met stress om door zich sociaal te isoleren, af te zonderen en terug te trekken. Kan erg gericht zijn op onafhankelijkheid en zelfredzaamheid, om anderen maar niet te hoeven betrekken. Trekt zich soms terug in activiteiten zoals excessief tv kijken, lezen, computerspelletjes spelen of solitair werk.

  5. Stimulatie zoeken: zoekt naar spanning of afleiding door obsessief winkelen, seks, gokken, nemen van risico’s, fysieke activiteit, spannende activiteiten etc. thrill-seekers.

  6. Verslaving: Kalmeert zichzelf met dingen die (lichamelijk) verslavend zijn zoals alcohol, drugs, overeten, excessief masturberen etc.

  7. Psychisch terugtrekken: Dissociatie, gevoelloosheid, fantasie, dagdromen of andere vormen om in je hoofd uit de realiteit te ontsnappen.

  8. Er niet aan beginnen: Stressvolle gebeurtenissen vermijden door er (indien mogelijk) gewoon helemaal niet aan te beginnen. Geen uitdagingen aangaan. Beneden niveau presteren. De weg van de minste weerstand kiezen.

Geruststellende gedachten

  1. Bagatelliseren: Zichzelf voorhouden dat het probleem niet zo groot is, doen alsof het niet belangrijk is en niet zoveel voorstelt. Zich voorhouden dat het komt vanzelf wel goed komt en dat anderen het nog slechter hebben. Of overdreven humoristisch doen over serieuze zaken.

  2. Rationaliseren: Niet aan zichzelf durven toegeven wat er echt aan de hand is, omdat de werkelijkheid te pijnlijk is. In plaats daarvan door middel van redenatie dingen voor zichzelf goedpraten. Effectief is dat je met deze copingstijl jezelf kalmeert. Je gooit niet nog eens olie op het vuur. Niet effectief is deze stijl als je jezelf voor de gek houdt. Als het probleem echt om een oplossing vraagt, helpt het niet als jij tegen jezelf zegt: het komt goed.

Overcompensatie

  1. Agressie, vijandigheid: in de tegenaanval gaan, anderen misbruiken, beschuldigen, aanvallen, bekritiseren, boosheid, onredelijk zijn.

  2. Dominantie, overmatige zelfbevestiging: Beïnvloedt anderen om dingen voor elkaar te krijgen. Zichzelf op de borst kloppen (spreekwoordelijk)

  3. Statusgericht: Zoeken naar erkenning, indruk maken op anderen, laten zien wat je waard bent, zo hoog mogelijke doelen behalen, status, aandacht zoeken.

  4. Manipulatie: Eigen behoeften bevredigen door het manipulatie, misleiding, verleiding, oneerlijk gedrag.

  5. Passief-agressief: Weerstand vertonen, in eerste instantie lijkt het erop dat iemand zich normaal gedraagt en meewerkt, maar stiekem probeert hij/zij de boel te saboteren. Achterbaks, te laat komen, klagen, vervelend gedrag, niet naar behoren presteren.

  6. Overdreven ordelijk, obsessief: Behoudt strikte volgorde, strakke zelfbeheersing, of een hoge mate van voorspelbaarheid door orde & planning, overmatig vasthouden aan routine of ritueel, of ongepaste voorzichtigheid. Besteedt buitensporig veel tijd voor het vinden van de beste manier om taken uit te voeren.

Passiviteit

  1. Afhankelijkheid, meegaandheid: vertrouwt op anderen, geeft in, zoekt aansluiting, passief, afhankelijk, onderdanig, vastklampen, vermijdt conflicten, is een pleaser.

  2. Neerslachtig: Geeft zichzelf de schuld, piekert veel, twijfelt aan zichzelf

  3. Machteloos: Je voelt je machteloos. Je hebt het idee er niets aan te kunnen doen en onderneemt dan ook niets. Soms werkt dit, want sommige problemen lossen vanzelf op. Maar vaak ook werkt dit averechts, en wordt het erger omdat je het op zijn beloop hebt gelaten. Deze copingstijl lijkt nogal op die van vermijding. Je steekt alleen niet je kop in het zand, je doet gewoon helemaal niets.


"Verander eens je repertoire"

De meesten van ons gebruiken deze copingstijlen door elkaar heen, al heeft iedereen wel een favoriete stijl, passend bij zijn karakter. De een is wat passiever, de andere juist heel actief. De één reageert emotioneel, de ander juist rationeel.

Geen enkele stijl is altijd effectief – dat hangt af van de situatie en van het soort probleem waar je mee kampt. Als een bepaald probleem je blijft dwarszitten zonder dat je verder komt, probeer dan eens om een andere copingstijl (erbij) te nemen.


Oefening en tip:

Word observator van jezelf.... Ga eens na wat er met je gebeurt in verschillende situaties en welke van de bovensgenoemde stijlen het meest bij je voor komt. En stel jezelf de vraag "helpt mij deze stijl? of .... Observeer dus de komende weken hoe je op problemen reageert en hoe je ze dus aanpakt (of niet). Krijg dit helder en schrijf dit op in een notitieboekje. Lukt dit je steeds beter is de volgende stap om eens te experimenteren met een andere stijl. Let dan vooral op het effect van de verschillende stijlen op jezelf maar ook op de ander. Bouw op die manier een coping repertoire op waarbij je je lekker voelt.


Succes


bottom of page